SWOT op de toekomst: de visie van Marie-Ange Eneman (Boomkwekerij Ebben)
Wat is volgens jou de grootste uitdaging voor de groensector? En hoe moeten we daar best op antwoorden?
“De groensector staat voor een aantal grote uitdagingen. We moeten met z’n allen anticiperen op de toekomst. Door klimaatverandering hebben we te maken met steeds extremere weersomstandigheden. Als groensector hebben we de opgave hierop in te spelen. Maar hoe zorgen we dat het juiste assortiment er komt en hoe waarborgen we kwaliteit? Het proces van bomen kweken, duurt tientallen jaren. Dat betekent dat het noodzakelijk is om snel kennis te vergaren van bomen die bestand zijn tegen klimaatverandering of die in een ander weertype goed gedijen. Hier is al diepgaand onderzoek naar gedaan, maar verder onderzoek blijft nodig. Daarnaast moeten we ook zorgen voor een grotere diversiteit aan soorten om problemen met ziekten en plagen te voorkomen. Monoculturen zijn risicovol. Daarvan zijn er voorbeelden genoeg. Denk aan de lanen met eiken waar de eikenprocessierups zich eenvoudig kon verspreiden. Of de paardenkastanjelaan in Brussel die volledig gekapt moest worden. Dat willen we niet. Meer diversiteit betekent meer risicospreiding en groeiplaatsen moeten hierop ingericht worden.”
“Daarnaast zien we een tendens om inheemse bomen te planten, zelfs in een stedelijke omgeving. Die populariteit is ontstaan vanuit het idee dat het beter is voor de biodiversiteit. Maar het dogmatisch vasthouden hieraan is bedenkelijk. Veel inheemse bomen houden niet van een versteende omgeving of van hitte en droogte. In de stad heerst steeds meer een landklimaat en een combinatie met landklimaatbomen ofwel uitheemse soorten, zou in veel gevallen beter zijn. Ook uitheemse soorten kunnen bijdragen aan biodiversiteit. Dat betekent dat er een andere mindset nodig is. Een uitdaging op zichzelf.”
In welke technologie of innovatie zie je een grote opportuniteit? Waarom?
“Iedereen wil uitzicht op groen en in de toekomst zal groen dan ook een steeds grotere rol gaan spelen in de leefbaarheid van de stad. Het gaat dan niet meer om het aantal bomen dat er staat, maar om het percentage oppervlakte dat met groen bedekt is. In de stedelijke omgeving zijn groeiplaatsen echter beperkt. Daktuinen, gevelgroen en verplaatsbaar groen (in bakken) bieden een oplossing. Het biedt de stedeling de mogelijkheid tot groenbeleving.”
“Daarnaast biedt meer samenwerking met ontwerpers of groenbeheerders ook mogelijkheden om de doelen te bereiken. Betrek de boomkweker al in het voortraject van uitdagende projecten, maak gebruik van zijn expertise en waarborg daarmee dat de juiste soorten gekozen worden.”
Op welke speerpunten zet jouw bedrijf momenteel vooral in? Wat wil je daarmee bereiken?
“Om alle uitdagingen het hoofd te bieden, is groenkennis onontbeerlijk. Parate vakkennis is in de markt echter steeds minder aanwezig. Daarom ontwikkelden we de TreeEbb, een online bomenzoektool met een enorme collectie soorten en uitgebreide informatie per soort. Je kunt filteren op vele opties: van standplaats of toepassing tot vele plantkenmerken zoals vorm, kleur, afmetingen etc. Maar ook de klimaatbestendigheid en waarde voor biodiversiteit zijn in deze encyclopedie terug te vinden. Het is een platform voor groenprofessionals waarin de kennis over bomen wordt gedeeld. De kennis en het vakmanschap van Boomkwekerij Ebben, opgedaan in 160 jaar, zetten we in voor de projecten van onze klanten. We delen onze kennis én ontzorgen onze klanten.”
Wat zal volgens jou de economische dynamiek zijn in 2024? (verwachtingen op vlak van inflatie, recessie, koopkracht, opdrachten in de groensector)
“Veranderende marktomstandigheden zorgen voor een stagnatie van nieuwbouwprojecten. Wanneer nieuwe bouwprojecten geen doorgang vinden, betekent dit dat er ook geen nieuwe groenprojecten opgestart worden. Dit zal vooral in Nederland merkbaar zijn. Bij een crisis merkt de groensector dit als laatste.”
“Tegelijkertijd blijft de vraag naar groen bestaan. Bomen zijn van wezenlijk belang voor een gezonde stad. Ze bieden schaduw, verkoeling, waterberging, ze verbeteren de luchtkwaliteit, verminderen de CO2 in de lucht, dragen bij aan de biodiversiteit en veraangenamen bovendien het leefklimaat. Het vertaalt zich in een stijging van de economische waarde van een groene woon- en leefomgeving.”
Hoe denk je in 1 tot 3 woorden over:
- Klimaatvriendelijke tuin: “veerkrachtig, biodivers, héél groen”
- Outdoor living: “natuurbeleving, klimbomen, eetbare tuin”
- AI: “herontdekking, kwaliteitsverhoging, ontwikkeling”
- Waterbeheer: “waterberging, druppelefficiëntie, beheer waterstanden”
- Ruimtereizen: “Prioriteer de klimaatmissie”
Uitsmijter: hoe ziet onze tuin er in 2100 uit?
“We hebben in 2100 meer daktuinen en terrastuinen. Tuinen zullen over het algemeen kleiner zijn en zo efficiënt mogelijk ingericht zijn. Met bijvoorbeeld meer vormbomen om privacy te creëren. De openbare ruimte zal in 2100 natuurlijker ingericht worden. Met meer aandacht voor waterbeheer en waterbuffering.”