Het belang van klimaatvriendelijke tuinen
Waarom klimaatvriendelijke tuinen?
- Waterbeheer en droogtepreventie: klimaatbestendige tuinen voorkomen wateroverlast bij hevige regenval doordat ze regenwater beter vasthouden via groene elementen zoals planten, greppels en vijvers. Ze helpen ook droogte te beperken door minder verharde oppervlakten en betere bodemkwaliteit.
- Tempering van stedelijke hitte: verharde oppervlakken in steden zorgen voor het hitte-eilandeffect. Klimaatvriendelijke tuinen met veel groen koelen door schaduw en verdamping. Zo kan het in de schaduw van bomen makkelijk 6 graden koeler aanvoelen dan op verharde terrassen.
- Verhoging van biodiversiteit: het gebruik van inheemse planten en bloemrijke borders trekt bestuivers zoals bijen, hommels en vlinders aan, waardoor de biodiversiteit toeneemt. Dit helpt ecosystemen gezond te houden en versterkt de natuurverbinding binnen verstedelijkte gebieden.
- CO2-opslag en klimaatmitigatie: hoewel particuliere tuinen relatief beperkt CO2 opslaan, kunnen ze toch helpen (geschat 6% van de totale CO2-reductie in Vlaanderen), vooral door bodemcarbonatie en opname van CO2 door planten.
- Lagere onderhoudskosten en duurzame tuinpraktijken: klimaatvriendelijke tuinen zijn vaak onderhoudsarm doordat ze robuuste, aangepast planten gebruiken die minder water en bestrijdingsmiddelen nodig hebben.
Bovendien zijn zulke tuinen een tastbare en directe manier voor burgers om deel te nemen aan de klimaatadaptatie door hun omgeving groener en leefbaarder te maken. Beleidsmatig ligt er in ons land nog een opgave in het creëren van een coherent kader en stimulering via instrumenten zodat particuliere tuinen optimaal bijdragen aan groenblauwe netwerken, waarbij tuinen niet geïsoleerd staan, maar verbonden zijn met publieke en natuurlijke ruimtes.

Klimaatvriendelijke tuinen helpen droogte te beperken door minder verharde oppervlakten
Vier basiskwaliteiten
Voor tuinprofessionals zoals tuinaannemers, tuinarchitecten en hoveniers is het essentieel om een diepgaand begrip te hebben van de ontwerp-, aanleg- en beheersaspecten die een tuin daadwerkelijk klimaatvriendelijk maken. Wat zijn nu de belangrijkste kenmerken, principes en praktische aanbevelingen voor klimaatvriendelijke tuinen? Een klimaatvriendelijke tuin heeft vier basiskwaliteiten die de klimaatimpact minimaliseren en ecologische voordelen maximaliseren:
- De tuin als koolstofreservoir: een klimaatvriendelijke tuin draagt bij aan het vasthouden van koolstof, met name in de bodem. Het minimaliseren van bodemverstoring zoals spitten en frezen is cruciaal omdat dit proces zuurstof in de bodem brengt en daarmee de afbraak van organisch materiaal stimuleert, wat CO2-uitstoot veroorzaakt. Graslanden bijvoorbeeld kunnen jaarlijks tussen 0,5 en 1 ton koolstof per hectare opslaan, maar bij omploegen kan zelfs het dubbele aan koolstof vrijkomen. Het is daarom essentieel om bodems zoveel mogelijk met rust te laten en regelmatig ploegen of omspitten te vermijden, zowel in gazons als moestuinen.
- De tuin als waterbuffer: klimaatverandering leidt tot extremen in neerslag, van hevige regenbuien tot langdurige droogte. Een klimaatvriendelijke tuin houdt regenwater efficiënt vast, laat water in de bodem infiltreren en gebruikt technieken zoals wadi’s, regenwateropvang (regentonnen, waterbuffers) en het beperken van harde verharding om wateroverlast te voorkomen. Regenwater wordt zo hergebruikt om de tuin te bewateren, wat druk op het drinkwaternet vermindert.
- De tuin als koelmachine: bomen en beplanting spelen een grote rol in het afkoelen van de omgeving via schaduw en verdamping. Het planten van schaduwbomen wordt steeds belangrijker om de hittegolven op te vangen omdat zij warmte absorberen en de omgevingstemperatuur verlagen. Groen oppervlak verkoelt de omgeving ook door verdamping en vermindert het stedelijk ‘hitte-eiland effect’.
- De tuin als toevluchtsoord: de tuin moet een ‘refugium’ zijn voor soorten die het moeilijk krijgen door klimaatverandering. Zowel inheemse als goed aangepaste neo-inheemse planten dragen bij aan de klimaatrobuustheid en biodiversiteit. Spontane begroeiing en een grotere diversiteit aan soorten versterken de ecologische functies en ondersteunen bedreigde insecten en vogels.

Kies voor klimaatbestendige planten, bij voorkeur inheems
Ontwerp- en aanlegprincipes
- Bodemvriendelijk werken: laat de bodem zoveel mogelijk met rust. Vermijd bodemverdichting door af te zien van zware machines, met name bij de aanleg van tuinen. Verdichte bodems belemmeren waterinfiltratie, wortelgroei en bodemleven. Vermijd frezen en omspitten en andere intensieve bewerkingen. Gebruik bodembedekkers om verdamping te verminderen en organische stof aan te vullen. Ook organische mulchlagen dragen bij aan koolstofopslag en bodemleven.
- Minimaliseer verharding en kies voor waterdoorlatende materialen: verminder harde oppervlaktes zo veel mogelijk; waar verharding onvermijdelijk is, werk dan met waterdoorlaatbare materialen (zoals poreus beton of grindpaden) en zorg voor afwatering naar groene zones of wadi’s.
- Watermanagement integreren: ontwerp tuinen met regenwateropvang- en infiltratiesystemen. Gebruik regentonnen, infiltratiekratten en plant groenstroken die water vertragen en de bodem kunnen bevochtigen in droge periodes.
- Plantkeuze afgestemd op klimaat: kies vooral klimaatbestendige planten, bij voorkeur inheems of goed aangepaste neo-inheemse soorten zoals lavendel, rozemarijn, tijmsoorten en gamander, die droogteresistent zijn maar ook kunnen omgaan met wisselende natte perioden. Diversiteit in beplanting versterkt de weerbaarheid van de tuin.
- Schaduwbomen: plant bomen die snel schaduw geven en geschikt zijn voor het lokale klimaat. Onderhoud bestaande bomen zorgvuldig, want zij zijn waardevol voor koeling en biodiversiteit.
- Ecologische inrichting: implementeer natuurlijke elementen zoals bloemenweides, hagen en natte biotopen om biodiversiteit te stimuleren en ecosystemen te ondersteunen. Vermijd overmatige toepassingen van sproeistoffen en gebruik natuurlijke vijanden om plagen te beheersen.
- Onderhoud en beheer: bevorder onderhoudsvriendelijke methodes die de bodemstructuur en biodiversiteit niet aantasten. Pas bemesting aan op ecologische principes en vermijd intensieve ingrepen die koolstof kunnen vrijmaken.

Regentonnen vertragen neerslag en kunnen later de bodem bevochtigen
Schaduwbomen
Inheemse boomsoorten die geschikt zijn voor Belgische tuinen en bekend staan als schaduwbomen zijn onder meer:
- Beuk (Fagus sylvatica): heeft een dicht bladerdek en wordt vaak gebruikt als solitair grote boom voor schaduw.
- Winterlinde (Tilia cordata) en Zomerlinde (Tilia platyphyllos): groeien uit tot grote bomen met een breed bladerdak dat natuurlijke schaduw biedt.
- Zomereik (Quercus robur) en wintereik (Quercus petraea): grootschalige bomen met weelderige kroon die schaduw geven.
- Haagbeuk (Carpinus betulus) kan goed als haag of solitair worden geplant en geeft flinke schaduw.
- Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus): een snelgroeiende boom met breed bladerdek, geschikt als schaduwbomen.
- Schietwilg (Salix alba) en Boswilg (Salix caprea): grotere bomen met brede kroon die schaduw geven.
- Grove den (Pinus sylvestris): naaldboom die ook schaduw kan bieden, vooral in tuincontext.

Carpinus betulus
Inheemse plantensoorten
Een gelaagde beplanting (bomen, struiken, kruiden) is ideaal om microklimaten te creëren en biodiversiteit te stimuleren in eco-vriendelijke tuinen. We kiezen vanzelfsprekend planten die bestand zijn tegen wisselende klimatologische omstandigheden zoals droogte, hitte, wind en wisselvallige neerslag. Stem de plantensoorten af op de bodemgesteldheid (zand, klei, leem, humusrijk) en waterhuishouding (droog, nat, wisselend). Dit voorkomt stress bij planten en versterkt het ecosysteem. Ook de keuze voor hagen in plaats van betonnen of bakstenen muurtjes helpt om de doelstelling te bereiken. Enkele voorbeelden:
- Vaste planten en bodembedekkers: duizendblad (Achillea millefolium), vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), grote kaardenbol (Dipsacus fullonum), gele dovenetel (Lamium galeobdolon), Lievevrouwebedstro (Galium odoratum), beemdkroon (Betonica officinalis), koninginnekruid (Eutrochium purpureum).
- Grassen en siergrassen: zwenkgras (Festuca), gele zegge (Carex flava), guldenroede (Solidago virgaurea).
- Bloemrijke soorten: madeliefje (Bellis perennis), echinacea, wilde margriet.
- Waterplanten voor natte plekken: riet, irissen, waterlelie.
- Hagen: meidoorn (Crataegus monogyna of Crataegus laevigata), sleedoorn (Prunus spinosa), hazelaar (Corylus avellana), Gelderse roos (Viburnum opulus), wilde liguster (Ligustrum vulgare), rode kornoelje (Cornus sanguinea), hulst (Ilex aquifolium - groenblijvend), veldesdoorn (Acer campestre), taxus (Taxus baccata - groenblijvend), hondsroos (Rosa canina), egelantier (Rosa rubiginosa), Europese kardinaalsmuts (Euonymus europaeus) en sporkehout (Frangula alnus). Kies voor gemengde hagen. Een natuurlijke haag bestaat idealiter uit een mix van minstens vijf inheemse soorten, waarvan het merendeel bessen, stuifmeel of nectar levert. Zo wordt de haag een schuil- én voedselplek voor vele dieren en ontstaat de grootste klimaatresistentie. Een goede combinatie voorkomt verder ziektes en plagen. Plaats de hagen ook zonder draadafsluiting zodat kleine zoogdieren vrij kunnen bewegen.

Pinus sylvestris

Achillea millefolium

Ilex aquifolium myrtifolia

Carex flava

Euonymus europaeus
Minder water
Voordelen van al deze inheemse planten zijn onder meer minder watergebruik dankzij diepe wortelstelsels, minimale onderhoudsbehoefte, ondersteuning van lokale insecten en de bijdrage aan een veerkrachtig ecosysteem. Ze zijn bestand tegen lokale plagen en wisselende weersomstandigheden omdat ze geëvolueerd zijn met het lokale milieu.
(*) Mitigatie betekent het tegengaan of verminderen van klimaatverandering door het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. Het gaat om maatregelen die de oorzaak van klimaatverandering aanpakken, bijvoorbeeld door energie te besparen, over te schakelen op duurzame energie, het behoud van bossen en herbebossing en klimaatvriendelijke tuinen. Klimaatmitigatie probeert dus de omvang of snelheid van de opwarming van de aarde te beperken.