Tuinverlichting vereist een oordeelkundige aanpak
Kenmerken van de tuin
Maak eerst een lichtplan van de tuin. Bepaal welke gebieden baat hebben bij de verlichting en hoe specifieke kenmerken kunnen worden versterkt:
- Paden zorgen voor een veilige navigatie en leiden de bewegingsstroom.
- Zitgedeeltes creëren uitnodigende ruimtes voor ontspanning of vermaak.
- Architecturale kenmerken: markeer bepaalde muren, pergola's, tuinhuisjes, ...
- Accentpunten: duidt bepaalde bomen, beelden, waterpartijen, ….
Doel van de tuinverlichting
Bepaal tegelijk het type verlichting:
- Sfeerverlichting / achtergrondverlichting zorgt voor algemene, sfeervolle verlichting om een uitnodigende ‘gloed’ in de tuin te creëren.
- Taakverlichting is een gerichte verlichting voor functionele doeleinden, zoals het navigeren over paden of het verlichten van trappen.
- Accentverlichting wordt gebruikt om specifieke kenmerken te accentueren en visueel belang toe te voegen. Denk aan bomen, bepaalde struiken, objecten, beelden of andere architecturale elementen.

Gerichte verlichting voor functionele doeleinden, zoals het navigeren over paden

Door lagen oordeelkundig te combineren, zal de tuin dynamisch aanvoelen
Verlichting in lagen
Een professioneel ontworpen tuin bevat meerdere lagen verlichting om diepte en balans te creëren.
- Basislaag: achtergrondverlichting zorgt ervoor dat de tuin als één geheel verlicht wordt en creëert overzicht, helderheid en veiligheid. Omdat deze verlichting niet te veel mag opvallen, opteren we voor een niet te felle verlichting met lampen van 500-700 lumen in de lichtkleur 4000K neutraal wit (zie verder). Een lichtkleur met een hogere kelvinwaarde maakt dat de tuinverlichting feller oogt. De aangewezen plaatsen voor basisverlichting zijn bv. de afsluitingen/schutting en de gevel.
- Middelste laag: specifieke taakverlichting voor paden, gezellige hoekjes en functionele gebieden.
- Accentlaag: om de aandacht te vestigen op belangrijke kenmerken. Hier waak wordt geopteerd voor een ‘richtbare verlichting’ zoals een wandspot, een prikspot of een grondspot. Bij accentverlichting kiezen we lampen met een kleine stralingshoek (45 graden) zodat de lichtstralen geconcentreerd zijn en bepaalde elementen goed kunnen uitlichten. Kies hier voor een duidelijke, maar sfeervolle lichtkleur (2700K - 3000K), eventueel met afwisseling in kleur.
Door deze lagen oordeelkundig te combineren, zal de tuin dynamisch en goed ontworpen aanvoelen. Denk hier ook aan het integreren van geavanceerde functies zoals dimmen, slimme bediening en kleuraanpassing.

Accentverlichting wordt gebruikt om specifieke elementen te accentueren en visueel belang toe te voegen
Plaatsing van de verlichting
De plaatsing van uw verlichting is cruciaal om de gewenste uitstraling te krijgen.
- Vermijd overbelichting: te veel verlichting kan de ruimte overweldigen en afbreuk doen aan de schoonheid ervan. Gebruik verlichting strategisch om te versterken, niet om te overheersen.
- Creëer contrasten met licht en schaduw: schaduwen voegen diepte en dynamiek toe aan uw tuin. Gebruik bv. uplights of gerichte verlichting om contrast te creëren.
- Gelijkmatige afstand: hou bij paden of omheiningen een gelijkmatige afstand aan voor een uniforme uitstraling.
Stroomvoorziening
Eenmaal de tuinverlichting is ingetekend, gaan we over naar de bekabeling van de lampen. Niemand wil een wirwar aan zichtbare kabels, daarom moeten deze vooraf worden ingetekend en waar mogelijk weggewerkt worden, bij voorkeur onder de grond of achter een struik. Hou rekening met zo weinig kabel en zo weinig mogelijk ‘verbindingen’ (= verlengen of opsplitsen van een kabel met behulp van een kabelverbinder). Elke verbinding kan immers waterschade oplopen. In de handel zijn er weliswaar uitstekende waterdichte kabelverbinders beschikbaar, maar hoe meer er geplaatst worden, hoe groter de kans op fouten. Het is beter zoveel mogelijk rechtstreekse kabels aan te leggen.

hou bij paden of omheiningen een gelijkmatige afstand aan voor een uniforme uitstraling

Schaduwen voegen diepte en dynamiek toe
Voltage
Wat voltage betreft, hebben we de keuze uit 230V volt of 12V spanning. Bij 230V sluit je de buitenlamp direct op een stroompunt aan. De meest gebruikte en eenvoudigste manier vandaag is echter 12 volt, waarbij de 230V uit het stopcontact via een transformator wordt omgezet in laagspanning. De lagere spanning verhoogt de veiligheid. Bovendien hoeven de kabels niet diep onder de grond. Je hoeft dus de hele tuin niet overhoop te halen. Ook uitbreiden is eenvoudig dankzij de opbouw van het systeem en connectoren. Met 12V systeemverlichting bestuurt men alle tuinverlichting vanaf één plek. Bij 230V tuinverlichting heb je dan weer geen transformator nodig. Aansluiten op het bestaande stroomnetwerk is voldoende. Een derde optie is verlichting op zonne-energie. Solar tuinverlichting is draadloos via solarpanelen. Kabels of stopcontacten zijn niet nodig en er zijn ook geen bijkomende energiekosten.
Kabels
Bij een 230 V systeem moet een 230 V stroomkabel diep de grond in. In dit geval is een EXVB-kabel of ‘grondkabel’ aangeraden. Dit type kabel is specifiek ontworpen voor gebruik buitenshuis en bestaat meestal uit meerdere koperen geleiders, omgeven door een extra versterkte pvc-buitenmantel die UV-bestendig en waterafstotend is. De verschillende aders in de kabel zijn gekleurd om onderscheid te maken tussen de fase, nul en aarde. Een EXVB-kabel mag rechtstreeks in de grond op een minimale diepte van 60 cm, voor opritten raden specialisten 80 cm aan. Een extra beschermende buis is niet nodig, maar kan handig zijn om beschadiging bij eventuele latere graafwerken te voorkomen. Voor alle duidelijkheid: een EXVB-kabel mag je niet binnen gebruiken, ook niet onder de vloer.
Wanneer je een buitenkabel moet opsplitsen, maak dan gebruik van een IP68 T-Vorm kabelverbinder, waarmee één kabel veilig kan opgesplitst worden tot twee kabels.
Energie-efficiëntie
Energie-efficiënte verlichting is essentieel voor moderne tuinen. Om het energieverbruik te verminderen en toch stijl te behouden, wordt LED op grote schaal toegepast. Naast de lagere energiekosten en de lange levensduur (tot 70.000 uur) is de verlichting nagenoeg onderhoudsvrij en beschikbaar in alle mogelijke armaturen en stralingshoeken. Een kleine bundelhoek van maximaal 24° (small <24D) is geschikt accentverlichting, maar meestal opteren we voor medium (25D-40D). Breed (41D - 90D) is aangewezen om een oprit, ingang of pad te verlichten. Zeer breed (>91D) kan als men de buitenruimte goed verlicht wil zien, bijvoorbeeld paden en de aangrenzende planten of grotere oppervlakken, zoals een terras.
Bedieningsgemak
Klanten willen vanzelfsprekend dat tuinverlichting vanuit een comfortabele positie kan aangestuurd worden. Dat kan handmatig (met lichtschakelaars of met afstandsbediening) of automatisch op een bepaald uur, bij bewegingen in de tuin (met een bewegingssensor) of wanneer de schemering invalt.
Bij een bewegingssensor moeten we rekening houden met de zogenaamde ‘detectieafstand’. Te dicht of te ver werkt niet. Ook een schemerschakelaar werkt met behulp van een sensor, waarbij het mogelijk is de gevoeligheid (= de mate waarin het donker wordt) in te stellen. Een andere optie die de nodige vrijheid creëert, is dimmen met behulp van een afstandsbediening.
IP-waarde
Kiezen we voor een klassieke lichtschakelaar, dan is er altijd kans op vocht of hemelwater. In dat geval moeten we rekening houden met de IP-waarde. De IP-code staat voor ‘Ingress Protection’, een internationale norm die de bescherming van elektrische apparatuur tegen externe factoren classificeert. Voor buitenverlichting geeft de IP-code aan in welke mate de lamp bestand is tegen stof en vocht. De IP-code bestaat uit twee cijfers: het eerste cijfer geeft de beschermingsgraad tegen stof aan, het tweede cijfer de bescherming tegen vocht. Hoe hoger het cijfer, hoe beter de bescherming.
Eerste cijfer (stof):
- 0: geen bescherming
- 1-3: beperkte bescherming tegen grote voorwerpen en aanraking met de hand
- 4-6: bescherming tegen stof in beperkte mate
- 7-9: hoge bescherming tegen stof, ook bij onderdompeling.
Tweede cijfer (vocht):
- 0: geen bescherming
- 1-3: bescherming tegen druppels
- 4-6: bescherming tegen spatwater
- 7-9: bescherming tegen onderdompeling in water (‘waterdicht’)
IP-codes voor buitenverlichting zijn:
- IP44: bestand tegen spatwater en regen
- IP55: bestand tegen stofophoping en waterstralen vanuit alle richtingen
- IP65: bestand tegen waterstralen en stof
- IP66: volledige bescherming tegen stof en zware regenval
- IP67: stofdicht en kan gedurende korte tijd ondergedompeld worden in water
- IP68: volledig stofdicht en waterdicht, geschikt voor langdurige onderdompeling.
Ook de plaatsing van de lampen is van belang. Grondspots bv. lopen een hoger risico door vocht uit de grond of hemelwater dat op de lamp achterblijft. Dergelijke verlichting heeft baat bij een hogere bescherming (IP66 en hoger) dan wandlampen of staande lampen. Is de locatie daarvan min of meer beschut, dan volstaat IP44, is de wandlamp- of staande lamp niet beschut, dan is IP55 en hoger aangeraden. Voor zwembad- en vijververlichting is de keuze snel gemaakt: enkel lampen met IP68 zijn geschikt.

Licht met een lage kleurtemperatuur wordt als ‘warmer’ ervaren dan licht met een hoge kleurtemperatuur
Lumen en Kelvin
Lampen met een hoge lumenoutput geven het meeste licht. Lumen is de eenheid die de totale hoeveelheid zichtbaar licht meet die door een lichtbron wordt uitgestraald. Het aantal lumen voor buitenverlichting hangt af van de toepassing en de omvang van de zone die moet worden verlicht. Als vuistregel hanteren we:
- Accentverlichting: 50-300 lumen (per lamp)
- Functionele verlichting, bv. langs paden: 100-200 lumen (per lamp).
- Veiligheidsverlichting aan de voor- of achterdeur, in donkere gebieden, …: 700-1300 lumen (per lamp)
- Terras of ander groot gebied: 1300-3000 lumen (per lamp).
Kelvin staat voor de kleurtemperatuur. Licht met een lage kleurtemperatuur wordt als ‘warmer’ ervaren dan licht met een hoge kleurtemperatuur. Voor buitenverlichting is dat:
- 2300 tot 2700 Kelvin - extra warm wit: zorgt voor een aangename, ontspannen sfeer.
- 3000 Kelvin - warm wit: creëert ook een uitnodigende sfeer, maar is meer geschikt voor dagelijks gebruik en vooral voor het terras of het balkon.
- 4000 tot 5700 Kelvin - koel wit: wordt gebruikt om paden of ingangen te verlichten. De neutrale lichte kleur helpt de weg te vinden.
- 6500 Kelvin - daglicht wit: komt dicht in de buurt van natuurlijk daglicht en wordt toegepast als veiligheidsverlichting. Het felle licht schrikt ongenode gasten (mensen en dieren) af.

Kies voor armaturen van duurzame, weerbestendige materialen
Materialen en armaturen
Bij een hoogwaardig tuinontwerp zijn kwaliteit en een lange levensduur zeer belangrijk. Kies voor armaturen van duurzame, weerbestendige materialen zoals roestvrij staal, messing of aluminium met poedercoating. Armaturen van hoge kwaliteit gaan niet alleen langer mee, maar verheffen ook de algehele esthetiek van uw tuin.